JIN 2024/07Deze annotatie gaat over een verzoek van de vader tot o.m. eenhoofdig ouderlijk gezag, wijziging hoofdverblijfplaats en wijziging van de omgangsregeling met het dwangmiddel lijfsdwang, omdat moeder al dwangsommen heeft verbeurd. Rb: klachten moeder en impact daarvan op dagelijks functioneren zijn onvoldoende vastgesteld. Geen ontzeggingsgrond. Hof bekrachtigt de door de rechtbank vastgestelde omgangsregeling uitvoerbaar bij lijfsdwang. Reeds vier jaar geen contact tussen de vader en de nu 6-jarige minderjarige, met uitzondering van 1 positief contactmoment ten tijde van de uitvoering van de lijfsdwang. De moeder werkt niet mee aan de omgang, ook niet na diverse aanhoudingen van de procedures met het oog op diagnostiek en hulpverlening aan haar zijde. De moeder heeft niet met medische stukken onderbouwd dat zij de nakoming van de omgangsregeling niet kan dragen zoals ze stelt. Lijfsdwang is een ultimum remedium en het hof hoopt en verwacht dat het niet nogmaals zover hoeft te komen. In het kader van de ondertoezichtstelling kan de gecertificeerde instelling de omgang begeleiden en de eventuele uitvoering van de lijfsdwang zo organiseren dat dit niet in strijd komt met het belang van de minderjarige.
Gepubliceerd in ‘Jurisprudentie in Nederland’ (JIN 2024/7/), augustus 2024.