Op verzoek van het vorige kabinet heeft het Trimbos-instituut, het RIVM en GGD Nederland een grootschalig landelijk onderzoek laten uitvoeren naar het welbevinden van studenten. Het op 11 november 2021 uitgebrachte rapport ‘’mentale gezondheid van studenten in hoger onderwijs’’ schetst een schokkend beeld; het onderzoek laat zien dat de coronacrisis tot een dieptepunt heeft geleid van de mentale gezondheid van studenten. Een grote groep studenten geeft aan gevoelens van angst en eenzaamheid (80%), prestatiedruk (76%), veel stress (62%) en slaapproblemen (41%) te hebben ervaren. Ook zegt 25% van deze studenten levensmoe te zijn. Als de lockdown het belang van de volksgezondheid dient is er dan nog juridische rechtvaardiging voor het dichthouden van de scholen en universiteiten aangezien hierdoor juist steeds meer studenten ziek (en zieker) worden?
Bijna 1,5 miljoen jongvolwassenen studeren aan een universiteit of op het hbo en mbo. Zij volgen nu inmiddels 22 maanden een groot deel van het onderwijs ‘’online’’ en missen hierdoor het dagelijks contact met medestudenten en de interactie met docenten. De kwaliteit van het onderwijs en het welzijn van de studentengemeenschap komt hierdoor zwaar onder druk te staan.
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie wijst er zelfs op dat blijvende psychische schade dreigt voor studenten door de lockdown en om grotere psychische schade bij studenten te voorkomen moeten alle onderwijsinstellingen, dus ook mbo, hbo en universiteit, zo snel mogelijk weer open. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Elnathan Prinsen, liet op 11 januari bij praatprogramma Op1 weten dat in dit verband een brandbrief bij het Outbreak Management Team (OMT) en het Kabinet is ingediend. Deze brandbrief is ondersteund door onder andere de MBO-raad, de Vereniging Hogescholen en Universiteiten van Nederland en de studentenvakbond LSVb. Naast de opsteller van de brandbrief wijzen ook andere hulpverleningsinstellingen, zoals stichting MIND, een organisatie die zich inzet voor geestelijke gezondheid, erop dat onderzoek uitwijst dat de lockdown lange termijn effecten teweegbrengt voor het geestelijk welzijn van jongvolwassenen. De gezondheid van studenten holt achteruit met blijvende psychische schade tot gevolg. Of zoals Elnathan Prinsen, krachtig verwoordt in dagblad Trouw: ‘’de lockdown is bedoeld om ziekte te voorkomen, maar juist door de lockdown worden mensen ziek’’.
Geen juridische rechtvaardiging voor lockdown onderwijsinstellingen
De Wet publieke gezondheid vormt de wettelijke basis van de lockdown maatregelen. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in de Wijziging van de tijdelijke regeling maatregelen COVID-19 van 18 december 2021 (Stcrt. 2021,50593). Bij alle coronamaatregelen, dus ook bij een schoolsluiting, moet altijd aan de hand van de actuele stand van het coronavirus, de wetenschappelijke inzichten en de voortgang van de bestrijding worden beoordeeld in hoeverre coronamaatregelen nodig zijn om het doel (het beschermen van de volksgezondheid) te bereiken. De rechter dient zich, bij beoordeling van genomen maatregelen, terughoudend op te stellen. Elke beperkende maatregel moet geschikt zijn om het doel te bereiken en er dient geen minder vergaande maatregel mogelijk te zijn waarmee hetzelfde doel bereikt kan worden, terwijl bovendien het met de maatregel gediende belang in verhouding moet staan tot de beperkingen en die beperkingen bovendien geen onevenredig nadelige gevolgen mogen meebrengen.
Aan deze eisen wordt naar mijn mening wat betreft de (voortdurende) sluiting van de scholen, niet langer voldaan. De lockdown bedreigt immers (in steeds ernstiger mate) de gezondheid van bijna 1,5 miljoen studenten met psychische schade, ook met lange termijn gevolgen. Deze studentengemeenschap maakt bijna negen procent van de totale bevolking uit , waarmee de lockdown een bedreiging is geworden van de volksgezondheid. Daar komt bij dat, althans in de visie van het OMT, de lockdown mede nodig was om ‘’tijd te kopen’’ voor de boostercampagne. Inmiddels hebben alle ouderen en kwetsbaren (die dat willen) deze booster al lang gekregen. Er is daarnaast ook in de afgelopen weken heel veel bekend geworden over de Omikronvariant die beduidend minder ziekmakend (b)lijkt te zijn dan alle eerdere coronavarianten. Spanje, dat aan het begin van de coronapandemie één van de strengste lockdowns van Europa had, wil de Omikronvariant zelfs benaderen als een gewone griep. En waar de Nederlandse Staat in een eerdere rechtszaak over de lockdown (zie: ECLI:NL:RBDHA:2021:2295, rechtsoverweging 4.5 t/m 4.7) aannemelijk wist te maken dat een lockdown ook daadwerkelijk leidt tot een scherpe daling van het aantal contacten (en daarmee van het aantal besmettingen) is dat standpunt nu niet langer vol te houden, twijfelachtig op zijn best. In dit verband wordt tevens verwezen naar een rapport waarvan de Nederlandse Staat zich bediende ter gelegenheid van de hiervoor aangestipte rechtszaak. Het betreft hier een onderzoeksrapport in opdracht van het Europees Parlement naar de impact van COVID-19. Uit dit rapport volgde dat het sluiten van niet-essentiële sectoren één van de vier algemene maatregelen is die heeft gezorgd voor een scherpe daling van mobiliteit en het aantal contacten in Europa. Maar dat was een jaar geleden, want waar destijds heel Europa in lockdown zat zijn er thans overvolle treinen en lange files op de snelwegen, alsook massale drukte op de luchthavens, allemaal met Nederlanders die gaan shoppen in Keulen, naar de kapper gaan in Antwerpen, een biertje gaan drinken in een kroeg in Düsseldorf of uitbundig gaan skiën in de Alpenlanden. Nergens in Europa is de horeca gesloten, nergens in Europa zijn de winkels dicht en buiten Nederland vindt weer volgens het oude normaal het studentenleven plaats met inbegrip van fysiek onderwijs.
Ja, de civiele rechter moet zich terughoudend opstellen bij de beoordeling van de rechtmatigheid van handelen van de Staat, maar als in redelijkheid niet langer voor het gevoerde beleid kan worden gekozen omdat de beperkingen onevenredig nadelige gevolgen meebrengen en het bovendien uiterst twijfelachtig is of deze maatregelen nog het door het Kabinet gewenste effect sorteren (substantiële afname contacten en besmettingen), dan is wel plaats voor rechterlijk ingrijpen indien de overheid studenten en onderwijsinstellingen op slot houdt.