Het verwijderen van een kind van de basis- of middelbare school is een uiterst verstrekkende maatregel met ingrijpende gevolgen voor kind en ouders. Vanzelfsprekend gaat het hier om een kwestie waarbij veel emoties betrokken zijn. Ouders voelen zich vaak niet begrepen en niet gehoord maar ook voor de school en betrokken leerkrachten kan het een moedeloze situatie zijn. Onze ervaring met onderwijszaken heeft ons geleerd dat dit niet aangelegenheden zijn die je vanuit principes moet voeren, maar enkel en alleen vanuit een belang waarbij het kind voorop staat.  

 Verwijdering volgens de wet

De wet stelt (slechts) een drietal eisen aan de verwijdering van een leerplichtig kind. Voordat tot verwijdering mag worden overgegaan moet het schoolbestuur de ouders en de leerkracht hebben gehoord (en eventueel het kind). De Inspectie van het Onderwijs moet worden ingelicht. De in de praktijk zwaarste wettelijke eis is dat – voordat wordt overgegaan tot verwijdering – een nieuwe school voor het kind moet zijn gevonden. Deze nieuwe school mag onder omstandigheden ook een school zijn binnen het speciaal onderwijs.

Wanneer is verwijdering toelaatbaar?

De wet zegt verder niets over mogelijke gronden voor verwijdering. Vaak leggen scholen zelf vast in een verwijderingsprotocol wat zij een redelijke grondslag voor verwijdering achten. In de praktijk bedient een school zich vrijwel altijd een tweetal verwijderingsgronden:

  • Wangedrag van leerling en/of ouders, of;
  • Handelingsverlegenheid van de school.

Verwijdering door wangedrag?

Kinderen die brutaal zijn, fysiek geweld gebruiken, zich schuldig maken aan vandalisme of andere onooglijke praktijken lopen het risico verwijderd te worden wegens wangedrag.

Scholen mogen tot zekere hoogte zelf bepalen wanneer zij een incident als ernstig genoeg achten voor de zware maatregel van verwijdering. De rechter dient slechts terughoudend te oordelen over de mate van ernst van het wangedrag. In veel gevallen wordt echter wel van een school verwacht dat zij het kind eerst waarschuwen en een kans geven tot (gedrags)verbetering alvorens over te gaan tot verwijdering.

Een tweetal voorbeelden van wangedrag uit de rechtspraak:

  • Het opstellen van een ‘bangalijst’ was de druppel die de emmer deed overlopen voor een middelbare school in Gouda, nadat de leerling reeds eerder was betrapt op het bezit van vuurwerk;
  • Het tot ontploffing brengen van een nitraatbom tijdens de pauze. De onthutste rector van de middelbare school in Barneveld zei hierover: “ik zou niet weten welk ernstiger incident nodig zou zijn om definitieve verwijdering te rechtvaardigen”.

 

Ook het gedrag van ouders kan reden zijn om het kind te verwijderen. Hiervan kan sprake zijn indien de relatie tussen ouders en school onherstelbaar beschadigd wordt. Ter illustratie:

De moeder van een tweeling op de basisschool kon zich meerdere malen niet inhouden; leerkrachten werden uitgescholden en bedreigd. De kinderen werden aan de lopende band – zonder geldige reden – ziek gemeld. Toen de moeder alle communicatie met de school afwees was de maat vol en werd de tweeling verwijderd.

In vorenstaande casus was het voor de rechter duidelijk dat de relatie tussen school en moeder compleet en onherstelbaar verziekt was en dat dit – in aanzienlijke mate – te wijten was aan de moeder. Voor de rechter was het in die situatie van minder belang of de school hier medeschuld aan had. De kinderen konden terecht op een andere school. Het was dan ook – gelet op de verstoorde relatie – in het belang van de kinderen, aldus de rechter, dat verwijdering was toegestaan.

Wanneer is een school handelingsverlegen?

Een school is handelingsverlegen indien het niet meer kan voldoen aan de onderwijsbehoeften van een leerling, of indien de onderwijsbehoeften van andere leerlingen te veel in het geding komen.

In andere woorden: als een school een kind niet voldoende en adequaat kan onderwijzen, ondersteunen en/of begeleiden is het handelingsverlegen.

In de praktijk zal een kind dat wordt verwijderd vanwege handelingsverlegenheid worden geadviseerd naar het speciaal onderwijs te gaan. Veel ouders vinden dit geen optie en proberen via aanvechting van het verwijderingsbesluit plaatsing op het speciaal onderwijs te voorkomen.

Na de invoering van de Wet passend onderwijs is het uitgangspunt dat ieder kind (zo lang mogelijk) op het regulier onderwijs mag blijven. Ook kinderen met een beperking worden op het regulier onderwijs ondersteund. Welke beperkingen en behoeften een school kan ondersteunen is opgenomen in het ondersteuningsprofiel.

Zorgplicht school: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is kritisch

Van een school wordt verwacht dat zij voortvarend optreedt in de ondersteuning van haar leerlingen. De school heeft hier immers een zorgplicht. Dit betekent concreet dat na een diagnose binnen vrij korte termijn een handelingsplan en ontwikkelingsperspectief moeten worden opgesteld, dat direct contact moet worden gezocht met het Samenwerkingsverband en zorgvuldig alle opties moeten worden bekeken. Pas als vast komt te staan dat de hulp die de leerling nodig heeft buiten het niveau van de extra ondersteuningsmogelijkheden van de school valt kan tot verwijdering worden overgegaan. Veel scholen worden door de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs op de vingers getikt wegens hun voorbarige verwijderingsbesluiten op grond van handelingsverlegenheid.

Meer informatie

Heeft u vragen of zoekt u een sparringpartner naar aanleiding van dit artikel? Onze Vakgroep Onderwijsrecht wisselt graag met u van gedachten over praktijksituaties en passende oplossingen. Neem hiervoor rechtstreeks contact op met Viviènne Uijterwaal. Mail hiervoor naar: uijterwaal@honoreadvocaten.nl, of bel: 030 214 51 50.